Ronde-miss te lelijk voor Leo Duyndam


Leo Duyndam, die beschouwd mag worden als beste Westlandse wielrenner ooit, behaalde in de jaren 70 verschillende zesdaagsen en ritoverwinningen in de Tour de France.

De tegenstrijdigheden liepen als een rode draad door zijn leven. Het ene moment deed hij zich voor als een charmeur, dan weer als een botterik die hardop zei wat anderen slechts durfden te denken.

Bijvoorbeeld in de Ronde van St. Willebrord, toen de renners op fluistertoon de bezwaren tegen het voorkomen van de ronde-miss uitwisselden. Duyndam greep nog voor het startschot de microfoon en adviseerde de verbouwereerde dame in kwestie naar huis te gaan.
"Want," zo sprak hij op zijn karakteristieke, lijzige toon, "ik geloof dat de jongens vandaag allemaal tweede willen worden."

Zijn voormalige begeleider Van de Enden vertelt over Leo Duijndam:
"Leo rijdt in Olympia's Tour de etappe tussen Schijndel en Heerlen. Er vormt zich een kopgroep bestaande uit elf man. Het gaat gigantisch hard, dus beetje bij beetje wordt het groepje kleiner. Uiteindelijk blijven er vier man over: Beugels en Stevens, de mannen uit Limburg, een snelle Belg wiens naam me even is ontschoten en Leo.

Met z'n vieren rijden ze op de streep af, waarna ze nog een rondje van een kilometer of vier moeten rijden voordat ze bij diezelfde streep zullen finishen. Ik sta te kijken en zie Leo plotseling voor de eerste passage van de streep al als een gek sprinten. O nee hè, dacht ik, die denkt dat de wedstrijd nu al afgelopen is. De rest rijdt in hetzelfde tempo door en haalt Leo op een gegeven moment weer in.

Een paar kilometer later komen ze weer met z'n vieren op dezelfde streep af, weer gaat Leo de sprint aan, maar nu voor de overwinning, en weer wint hij met gemak. Zonder al te veel moeite klopte hij het hele zooitje voor de tweede keer.
"Wat was dat nou?", vroeg ik na afloop aan hem. "Ach, ik wilde effe kijken hoe het is om hier te sprinten," zei hij dan."


Michel van Egmond - Nooit meer juichen

vorige anekdote index anekdotes volgende anekdote


Me Likey! Sharennnn!